De Boerderij

Op de plek van de huidige boerderij was reeds voor 1800 een boerderij gevestigd. De in 1809 geboren Michiel Lamers had op deze plek een kleinschalig gemengd bedrijf met akkerbouw en vee in de vorm van rundvee, varkens en kippen. Via zoon Peter is de boerderij overgegaan op kleinzoon Pier. Via het huwelijk van diens dochter Jaan kwam de familienaam Gerlings in beeld als bewoners van de boerderij, welke familie de boerderij heden ten dage beheert en bewoont.

Sinds eeuwen her behoren bij de boerderij percelen grond in het Cranendonckbos. Dit betrof verschillende kleinere perceeltjes.
Oorspronkelijk waren de gronden in het Cranendonckbos hoofdzakelijk in gebruik als weide- en hooilanden. In latere eeuwen werden ze ook steeds meer gebruikt als bouwland. In eerste instantie werden door onze voorvaderen alleen de meest vruchtbare gronden in gebruik genomen.

Deze betere gronden, zoals de grond aan de Budelse zijde van het Cranendonckbos die bij ons bedrijf hoort, werden bovendien eeuwen lang bemest met stalmest uit de potstallen. Hierdoor ontstond een kwalitatief zeer hoogwaardige humusrijke bodem met dik pakket aan vruchtbare zwarte grond.

De gronden die oorspronkelijk horen bij het kasteeltje zijn later door de gemeente Maarheeze gekocht en zijn nu eigendom van de gemeente Cranendonck. Deze gronden zijn pas veel later, toen behoefte was aan meer landbouwareaal, ontgonnen. Dit betreft kwalitatief minder goede grond die ook de verbetering van de bodemstructuur met potstalmest niet meegemaakt.

Door de ruilverkaveling van de jaren zeventig zijn de perceeltjes in het Cranendonckbos van ons agrarisch bedrijf uitgebreid tot twee grotere kavels waarvan de oorspronkelijke perceeltjes onderdeel uitmaken.

Tot begin jaren zeventig kende de ontwatering via De Weergraaf ook wel De Riet genoemd en via de Buulder AA zijn beperkingen waardoor de gronden bij veel regenval aan de natte kant waren en gevoelig konden zijn voor berijden met machines.

In het kader van de ruilverkaveling is de ontwatering via deze waterlopen verder verbeterd waardoor zeer goede landbouwgrond ontstond. Waterschade trad  immers niet meer op en dankzij de dikke laag humusrijke teeltaarde komt ook geen droogteschade voor.  Of zoals Jan Gerlings, een agrariër met meer dan driekwart eeuw landbouwervaring, het aan het nageslacht overbracht  “Jongens, bètere grond die vinde nie”.